Informatieblad 85 NVWA én Europese richtlijn
Afgelopen juli verscheen een nieuwe Europese richtlijn voor listeria-onderbouwing (EURL Lm Technical Guidance Document). En in september bracht de NVWA een nieuwe versie uit van informatieblad 85. Beide documenten bevatten richtlijnen met extra uitleg over Europese Verordening (EG) nr. 2073/2005. “Nog niet alles uit de nieuwe Europese richtlijn is in het nieuwe Informatieblad 85 verwerkt”, vertellen Hanna van Gool en Carien Voogt, listeria-experts bij Eurofins. “In Informatieblad 85 schrijft de NVWA dat zij slechts een deel van de nieuwe Europese richtlijn behandelen. We merken dat veel klanten de complete nieuwe Europese ‘Technical guidance’ nog niet kennen. Toch geldt deze volledige Europese richtlijn al wel, ook in Nederland. En niet alleen het gedeelte dat in Informatieblad 85 behandeld wordt. Er is echt een hoop veranderd!” Van Gool en Voogt geven advies: hoe zorgt u ervoor dat u aan alle nieuwe richtlijnen voldoet? In dit artikel behandelen we de belangrijkste wijzigingen van de nieuwe versie van Informatieblad 85 én de nieuwe Europese richtlijn.
Verandering 1: aangepaste voorgeschreven bewaartemperatuur
De eerste in het oog springende wijziging in Informatieblad 85 en in de nieuwe Europese richtlijn is een aanpassing van de voorgeschreven bewaartemperatuur, waarmee producenten en retailers moeten rekenen om de te verwachten listeriagroei in levensmiddelen te voorspellen. Voogt: “In Nederland mag iedereen rekenen met 7°C in de productiefase, 7°C in de retailfase en 9°C als uitgangspunt voor de consumentenfase, als het gaat om producten voor de Nederlandse markt. De Europese richtlijn week af met een consumentenfase van 12°C. Die temperatuur is naar beneden bijgesteld en is nu 10°C. Er zit nu nog maar 1°C verschil tussen de Nederlandse en de Europese richtlijn.”
Impact op modelberekeningen en receptuur
Voor wie buiten Nederland wil verkopen, is het verschil met de Nederlandse bewaartemperatuur in de ‘consumentfase’ nu dus kleiner. Voogt: “Hoe lager de voorgeschreven bewaartemperatuur, hoe minder kans op uitgroei van Listeria monocytogenes. Voor producten die voor de Europese markt bestemd zijn, geldt nu dus een lagere bewaartemperatuur bij de uitvoering van challengetesten. Dat kan een gunstige impact hebben op de modelberekeningen en de houdbaarheid. ”
Verandering 2: aangepast aantal monsters en andere frequentie voor modelberekeningen
Daarnaast is het aantal monsters dat benodigd is voor een modelberekening op de groei van Listeria monocytogenes gewijzigd in de nieuwe Europese richtlijn. Van Gool: “Daarmee verandert het uitvoeren van een onderbouwing, op basis van een modelberekening. Het was altijd zo dat de modelberekeningen werden gebaseerd op de analyseresultaten van minimaal 3 monsters uit verschillende batches. Op basis daarvan kon een producent het gemiddelde plus of min twee keer de standaarddeviatie nemen, als input voor de modelberekening. Dat is veranderd. Nu moeten producenten en retailers volgens de Europese richtlijn veel meer monsters nemen van 3 verschillende batches: per batch moeten er 5 monsters onderzocht worden."
Meest kritische parameters
Informatieblad 85 vermeldt dit benodigde aantal monsters niet. Van Gool: “Er moet volgens Informatieblad 85 echter wel gekeken worden naar de meest kritische parameters van het product: welke fysisch-chemisch eigenschappen hebben de grootste invloed op de groei van L. monocytogenes? Op basis van deze informatie kan een producent in de modelberekening kiezen voor het gebruik van het gemiddelde (als het gaat om een niet-kritische eigenschap) of het gemiddelde plus of min twee keer de standaarddeviatie (als de eigenschap wél kritisch is). Mocht de groeipotentie in de modelberekening tóch boven de 0,5 log kve/g uitkomen, dan kan de informatie van de fysisch-chemische eigenschappen van het product ook nog gebruikt worden voor het bepalen van het benodigde aantal monsters voor de challenge test.”
Verandering 3: meer meetmomenten voor de challengetest
Het aantal monsters dat geanalyseerd moet te worden tijdens de challengetest is namelijk veranderd in de nieuwe versie van de Europese richtlijn. Voogt: “Volgens de oude richtlijn waren producenten verplicht vlak na productie 3 monsters te analyseren, eventueel 3 monsters op een tussenliggend moment en 3 monsters aan het einde van de THT. Volgens de nieuwe richtlijn moeten zij 3 monsters laten analyseren aan het begin van de test, en 1 óf 3 monsters tussentijds en op het einde van de THT. Voor de tussentijdse monsters geldt nu bovendien dat zij elk op een tussenliggend tijdstip genomen moeten worden. Als dat het geval is, zijn er 5 meetmomenten. Of 1 monster voldoende is of dat het er 3 per meetmoment moeten zijn, is afhankelijk van de variatie in de chemische parameters van uw product.”
Variatie-kennis
Bij een challengetest moet u eerst de variatie in de chemische parameters kennen. “Bepaal daarom eerst hoeveel variatie er in het product aanwezig is. Is er veel variatie in de chemische parameters, zoals de pH, Aw, vocht, zout of zuren? Dat is bijvoorbeeld vaker het geval bij samengestelde producten zoals sandwiches of tapashapjes. In dat geval kiest u voor 3 monsters per meetmoment in plaats van 1 monster. Het berekenen van deze variatie is nieuw. Het is wel gunstig: zo krijgt u inzicht in uw productieproces en de homogeniteit van uw product”, vertelt Voogt.
Gemiddelde plus of min 2 keer de standaarddeviatie
De NVWA heeft nu ook opgenomen in het nieuwe Informatieblad 85 dat modelberekeningen gebaseerd moeten zijn op het gemiddelde plus of min twee keer de standaarddeviatie voor kritische parameters. Sinds januari dit jaar kregen de listeria-experts hier al vragen over van klanten. Van Gool: “Op basis van voortschrijdend inzicht controleerde de NVWA de modelberekeningen ook op dit gegeven, terwijl dit nog niet in Informatieblad 85 vermeld stond. Het gemiddelde plus of min twee keer de standaarddeviatie is betrouwbaarder dan uitgaan van de hoogst of laagst gemeten waarden van de producteigenschappen. We kunnen dan met 95% betrouwbaarheid te zeggen dat alle metingen binnen dat gebied vallen.”
Werken met de standaarddeviatie
Hoe werkt het precies? Voogt: “Een producent bepaalt bijvoorbeeld het gemiddelde van alle pH-waarden uit de analyseresultaten. Als de pH in een product hoger is, heeft Listeria monocytogenes meer kans om uit te groeien. Dus bovenop de gemiddelde pH-waarde, telt hij twee keer de standaarddeviatie. Bij azijnzuur geldt: hoe minder, hoe beter voor de listeriagroei. Daarom geldt dan de gemiddelde waarde minus twee keer de standaarddeviatie. Dit betekent dat producenten moeten rekenen met andere waarden in de modelberekeningen. En daarmee is er ook kans dat een ander product het worst case-product blijkt te zijn voor een productgroep, dat moet worden onderworpen aan een challengetest. Gelukkig geldt: hoe meer data en hoe kleiner de variatie, hoe kleiner de standaarddeviatie wordt. Daarvoor zijn de nieuwe monster- en analysefrequentie dus wel gunstig.”
Ondersteuning bij het voldoen aan de nieuwe richtlijn
Eurofins helpt u graag met het analyseren van uw productbatches of bij het optimaliseren van uw meng- of productieproces voor een lagere standaarddeviatie en monster- en analysefrequentie. Ook kunnen wij u adviseren over de impact van een nieuwe bewaartemperatuur op de receptuur en houdbaarheid van uw product. Wij helpen u graag met de uitvoering van de totale onderbouwing van Listeriastudies, de risicobeoordeling en de aanvullende challengetesten. Meer weten? Neem dan contact op met foodsafetysolutions@ftbnl.eurofins.com of via +31(0)888 31 03 30.
LISTERIA VRAGEN?
Klik hier voor meer informatie over Listeria monocytogenes.
Bel ons
+31(0)888 31 03 30